Vogelkotje

Gebruik een handcirkelzaag met een geleiderail of een tafelcirkelzaag om de triplexplaten te zagen volgens de vermelde afmetingen in de materiaallijst. Bij het zagen met de op de afbeelding getoonde multifunctionele tafel kunt u de aanslagrail tot 5° schuin stellen en zo de wanden van het vogelhuis eenvoudig en nauwkeurig op maat zagen.

Lijm de vier wanden aan elkaar vast. Voor het lijmen wordt ofwel een waterdichte houtlijm ofwel een polyurethaanlijm gebruikt. U kunt de lijmvoegen ook nog fixeren met Spax 3,5 x 35 of spijkers. De wanden van de torenspits (pos. 12 + 13) worden op dezelfde manier aan elkaar vastgelijmd.

Nadat de lijm droog is, worden de zijkanten van de toren vlak geschuurd met grof schuurpapier (korrel P 80). Zaag de bodemplaten (pos. 3 + 4) van de toren op maat. De kleinere bodemplaat wordt zo gezaagd dat deze precies tussen de wanden past. 

Houd de waterleidingbuis in de toren en markeer aan het onderste uiteinde (pos. 17) de schuine hoek waaronder de buis moet worden afgezaagd. De sneden kunnen worden gemaakt met een handzaag of een haakse slijper. Het egaliseren gebeurt vervolgens met een stationaire bandschuurmachine of vijl.

Markeer de positie van het voergat op de toren. Boor een gat van 8 mm in elk van de onderste hoeken en zaag de bocht uit met een decoupeerzaag met een gebogen zaagblad. Schroef de losse delen van de houder voor de buis aan elkaar vast. 

Hiervoor wordt in elk van de zijden (pos. 7) een gat van 3,5 mm voorgeboord. De losse delen (pos. 7 + 8) worden dan met Spax 3,5 x 35 aan elkaar vastgeschroefd. Schroef de houder vast aan de kleine bodemplaat. De buis wordt aan de zijkant met de houder met twee Spax 3,5 x 16 vastgeschroefd.

Teken twee diagonalen op de grote bodemplaat en plaats de kleine bodemplaat met de hoeken precies op de lijnen. Schroef de beide bodemplaten aan elkaar vast. Nu kunt u de toren erop plaatsen en de nauwkeurigheid van het voergat controleren. Bewerk het gat indien nodig bij met een rasp of decoupeerzaag. 

Achter de buis wordt op de houder een extra steun (pos. 9) gemonteerd. Voor het voergat is een halve cirkel gemonteerd als zitplaats en voerbak voor de vogels. Over het voergat wordt een voordak geplaatst ter bescherming tegen regen. Zaag een plank, waaruit u pos. 5 + 6 uitzaagt, aan één kant onder een hoek van 5°. Deze kant is de bevestigingskant aan de toren.

 In de voerbak wordt met een forstnerboor (D = 35 mm) een verdieping van 5 mm geboord. Een plank met een gat van 35 mm dient daarbij als boorgeleiding. Teken nu de contouren van de beide delen en zaag ze uit met een decoupeerzaag. Beide delen worden van binnen aan de toren vastgeschroefd.

Er zijn geen grenzen aan de fantasie bij de vormgeving van de toren. Schroef een blok hout op het platform waarop u de torenspits kunt lijmen. Op de hoeken zijn hoekstrips bevestigd met lijm en spijkers. Op deze strips wordt later de reling vastgelijmd.

Wanneer u klaar bent met het ontwerpen van uw torenspits, wordt deze met een schroef aan de toren bevestigd, die als draaipunt dient. Om de voerbuis van binnen te vullen, wordt de hele punt eenvoudig opzij gedraaid.